Steiner in essentie

Antroposofie ontmoeten, begrijpen, doenA - Z

Advent

Advent is de tijd voor Kerstmis. De adventstijd wordt gemarkeerd door de vier zondagen in de weken voor kerstmis. Daardoor is de adventstijd het ene jaar langer dan het andere jaar. Als eerste kerstdag op een zondag valt, dan duurt de adventstijd vier volle weken. Met eerste kerstdag op een maandag is de adventstijd maar net drie weken. De letterlijke betekenis van Advent is "komst". Het is de tijd van afwachting van de geboorte van Jezus, met Kerstmis.

De adventskrans is een mooi attribuut om de adventstijd mee te vieren. In een krans van dennengroen (sparrengroen eigenlijk) steek je vier kaarsen. De eerste zondag - en de daaropvolgende dagen - steek je één kaars aan. Vanaf de tweede zondag steek je twee kaarsen aan, enzovoort. Het is stemmig om bij het aansteken van de kaars een adventslied te zingen, of een (kort) verhaaltje te vertellen. Voor dat verhaal kun je inspiratie halen uit de minerale wereld (in de eerste week), de plantenwereld, de dierenwereld en tenslotte - in de vierde week - de wereld van de mensen.

Maar als je zoiets neemt als het feit dat er in de ontwikkeling van de wereld, in de ontwikkeling van de mens, aanwijzingen zijn die slechts geleidelijk begrepen kunnen worden, dan zul je waarschijnlijk een beeld opmerken dat gebruikt kan worden om deze achter ons liggende periode van de vijfde na-Atlantische cultuurperiode te karakteriseren. Want in bepaalde opzichten is die periode echt te vergelijken met de adventstijd, waarin de dagen, de perioden met licht, steeds korter worden. En nu komt de ontwikkeling in onze tijd, waarin we weer iets kunnen weten van de openbaringen van de geestelijke wereld, in de fase waarin we het idee kunnen krijgen dat de tijden met licht steeds langer worden.
Rudolf Steiner, 31 december 1914 (GA 275)

Zie ook:
Jaarfeesten

← Aartsengel | Ahriman →