Steiner in essentie

Antroposofie ontmoeten, begrijpen, doenA - Z

Aarde

De huidige Aarde is het vierde stadium in een langere ontwikkelingsreeks en werd voorafgegaan door drie andere planetaire fases: Saturnus, Zon en Maan. Na de fase van de Aarde zullen nog drie planetaire fases volgen: Jupiter, Venus en Vulcanus. Elke planetaire fase dient de ontwikkeling van de mens. In de Saturnusperiode werd de aanleg van het fysieke lichaam voorbereid, tijdens de Zonneperiode het etherlichaam en tijdens de Maanperiode het astraallichaam.

De Aarde dient de ontwikkeling van het menselijke Ik. In de drie toekomstige planetaire fases zullen nog hogere wezensdelen van de mens tot ontwikkeling komen. Op die manier hangt de ontwikkeling van de aarde nauw verband met de ontwikkeling van mens en mensheid.

Op de Aarde zijn in het fysiek waarneembare vier natuurrijken tot ontwikkeling gekomen: het minerale rijk, het plantenrijk, het dierenrijk en het mensenrijk.

Rudolf Steiner beschreef deze ontwikkeling van Aarde en mensheid in zijn boek Wetenschap van de geheimen der ziel. Ook op de Aarde zelf maakt de ontwikkeling van de mensheid verschillende fases door. De Aardeontwikkeling is begonnen met het Polaire tijdvak, daarna volgen Hyperborea, Lemurië, Atlantis en het huidige tijdvak. De huidige na-Atlantische tijd is weer onder te verdelen in veschillende cultuurperiodes. We leven nu in de vijfde na-Atlantische germaanse cultuurperiode. Daaraan gingen vooraf de Indische, Perzische, Egyptisch-Chaldeeuwse en de Griek-Romiense cultuurperiode.

Onderzoek

Dankmar Bosse beschrijft in zijn boek Die gemeinsame Evolution von Erde und Mensch de ontwikkeling van de aarde als een organisme. Hij doet recht aan de natuurwetenschappelijke verschijnselen in samenhang met de onderzoeksresultaten uit de antroposofische geesteswetenschap. In het eerste deel gebruikt hij daarvoor de werkwijze van de fenomenologie voor de beschrijving van de geologische gebeurtenissen. Het tweede deel behandelt de ontwikkeling van de natuurrijken vanuit zowel de paleontologie als de geesteswetenschap. In het derde deel beschrijft hij de geologische verschijnselen van groot tot klein: van de opbouw van de korst van de aarde tot de kristalijne en sedimentaire gesteenten. De wetmatigheden die je aan de ontwikkeling van mens en dier af kunt lezen past hij toe op het ontstaan van gesteente. In het vierde deel beschrijft hij de ontwikkeling van de continenten.

Zie ook:
Planetaire fases
Wetenschap van de geheimen der ziel

← Antroposofie-van-A-Z | Aartsengel →