Steiner in essentie

Antroposofie ontmoeten, begrijpen, doenA - Z

Aura

Steiner schrijft in Theosofie over de aura het volgende: De voor het ‘geestelijk oog’ waarneembare kleureffecten die de fysieke mens bij zijn bezigheden omstralen en hem als een wolk (min of meer in een eivorm) omhullen, vormen een menselijke aura. De grootte van die aura loopt bij verschillende mensen uiteen. Maar we kunnen ons ongeveer voorstellen – als gemiddelde – dat de hele mens tweemaal zo lang en viermaal zo breed is als de fysieke mens. Door de aura stromen nu de meest uiteenlopende kleuren. Deze stromingen vormen een getrouwe afspiegeling van het innerlijke leven van de mens. Even veranderlijk als dit leven zijn de afzonderlijke tinten. Bepaalde blijvende eigenschappen, zoals talenten, gewoonten en karaktertrekken, komen daarentegen ook in blijvende hoofdtinten tot uitdrukking.

Bij het beleven van een fysieke kleur heeft een mens naast de zintuiglijke indruk ook een specifieke innerlijke gewaarwording. Die zielsbeleving is bij blauw anders dan bij geel, etc. Bij het waarnemen van de aura beleeft de waarnemer iets dat voor hem vergelijkbaar is met de ervaring van het waarnemen van blauw in de fysieke wereld. Dat maakt het vanzelfsprekend om de waarneming van de aura als kleuren te beschrijven. Het is wezenlijk dat de helderziende zich ervan bewust is dat hij die ervaring los van zijn lichaam beleeft.

Steiner: De aura verschilt sterk naargelang het temperament en de gemoedsaard van mensen; en ze verschilt ook naar de mate van geestelijke ontwikkeling. Een mens die zich geheel aan zijn animale behoeften overgeeft, heeft een heel andere aura dan iemand die veel in gedachten leeft. De aura van iemand die religieus van aard is, verschilt fundamenteel van de aura van iemand die opgaat in de triviale dingen van alledag. Daar komt nog bij dat alle wisselende stemmingen, iedere neiging, iedere vreugde en ieder verdriet in de aura tot uitdrukking komen.

In Theosofie en in Lucifer-Gnosis geeft Steiner een beschrijving van de aura bij verschillende stemmingen en zielenkwaliteiten.

De kleureffecten die waarneembaar zijn voor het “geestelijk oog”, die om de fysieke mens heen stralen en hem als een wolk (ongeveer in de vorm van een ei) omhullen, worden de menselijke aura genoemd. Deze moet op dezelfde manier als het fysieke lichaam als deel van de mens worden beschouwd. De grootte van deze aura varieert van persoon tot persoon. Maar je kunt je voorstellen - gemiddeld - dat de hele mens twee keer zo lang en vier keer zo breed is als het fysieke lichaam. In deze aura stromen nu de meest uiteenlopende kleurnuances. En deze kleurenvloed is een waar beeld van het innerlijke menselijke leven. Zo veranderlijk als dit is zijn de afzonderlijke kleurnuances. Bepaalde blijvende eigenschappen: talenten, gewoonten, karaktereigenschappen, worden echter uitgedrukt in rustende basale kleurnuances.
Rudolf Steiner, Lucifer-Gnosis, 1904 (GA 34)

← Astrosofie | Begrip →